Salariëring

artikel 7.1

Algemeen

artikel 7.1.1
  1. De werknemer heeft een arbeidsovereenkomst en als onderdeel daarvan een actuele functiebeschrijving.
  2. De functiebeschrijving voldoet aan de door cao-partijen vastgestelde kwaliteitseisen
  3. De indeling van de functie vindt plaats met behulp van het FWG®-systeem in een van de functiegroepen 5 tot en met 80.
  4. Op basis van de indeling vindt inschaling plaats in een van de gelijkluidende salarisschalen.

(Bijlage C)

FunctieWaardering Gezondheidzorg (FWG®)

artikel 7.1.2
  1. Het computerondersteunde FWG®-systeem maakt deel uit van deze cao. Dit systeem wordt periodiek geactualiseerd. Cao-partijen bepalen welke systeemversie van kracht is.
  2. De werknemer krijgt op verzoek toegang tot de “ter inzage versie” van dit systeem.
  3. De werkgever en werknemer die door de algemeen verbindendverklaring aan deze cao zijn gebonden hebben recht op inzage in het FWG®-systeem en de relatie hiervan met de indeling van de functie in de functiegroepen als bedoeld in artikel 7.1.1.⁶


⁶ Noot: Voor informatie over het FWG®- systeem zie: www.fwg.nl.

Salariëring

artikel 7.1.3
  1. De werknemer ontvangt een salaris op basis van één van de salarisschalen behorende bij de functiegroepen 5 tot en met 80.
  2. Inpassing in de salarisschaal vindt plaats op basis van al dan niet elders verkregen ervaring.
  3. Inschaling van zij-instromers vindt plaats op basis van beleid dat op instellingsniveau wordt vastgesteld in overleg met de ondernemingsraad.
  4. Bij de inschaling van basisartsen wordt relevante onderzoekservaring in geneeskundig wetenschappelijk onderzoek voor het artsexamen meegenomen als ervaring die meetelt.
  5. De werknemer die een opleiding volgt, ontvangt een salaris op basis van paragraaf 7.2 of 7.3 en de daarbij behorende bijlagen.
  6. De werknemer waarvan is vastgesteld dat hij vanwege een arbeidsbeperking niet in staat is met voltijd arbeid 100% van het wettelijk minimumloon (WML) te verdienen, maar wel arbeidsmogelijkheden heeft, ontvangt het voor hem geldende WML.
  7. De vermelde bedragen zijn gebaseerd op een voltijd arbeidsduur van 1878 uur per jaar (gemiddeld 36 uur per week). Voor de werknemer met een van de voltijdnorm afwijkende arbeidsduur wordt het naar rato-beginsel toegepast.

Uitbetaling salaris

artikel 7.1.4
  1. De werknemer moet uiterlijk twee dagen, zon- en feestdagen niet meegerekend, voor het einde van de kalendermaand over zijn salaris en de eventuele arbeidsmarkttoeslag en/of waarnemingsvergoeding over die maand kunnen beschikken.
  2. De overige vergoedingen en toeslagen in enige maand worden uiterlijk in de daaropvolgende kalendermaand uitbetaald, voor zover in de bepalingen van de cao niet anders is bepaald.
  3. De werknemer ontvangt een schriftelijke specificatie van wijzigingen in het salaris en/of in de salarisberekening.

Herziening van reeds ingedeelde functies

artikel 7.1.5
  1. Een verandering van de functiebeschrijving en/ of indeling (herbeschrijving/ herindeling) van een functie vindt plaats conform het Protocol FunctieWaardering Gezondheidszorg®.
  2. Als ten gevolge van het herindelingsbesluit een hogere functiegroep voor de werknemer van kracht wordt, wordt de salarisschaal behorend bij de hogere functiegroep van toepassing. Bij de inpassing in de nieuwe salarisschaal geldt ten minste het bedrag dat overeenkomt met het oude salaris. Wanneer dit bedrag niet in de nieuwe salarisschaal voorkomt, dan geldt het naast hogere bedrag van die salarisschaal.
  3. Als ten gevolge van het herindelingsbesluit een lagere functiegroep van kracht is, dan wordt de werknemer met behoud van salaris ingeschaald in de lagere salarisschaal. Bij de inpassing in de lagere salarisschaal geldt ten minste het bedrag dat overeenkomt met het oude salaris. Wanneer dit bedrag niet in de lagere salarisschaal voorkomt, dan geldt het naast hogere bedrag van die salarisschaal. Het maximaal door de werknemer te bereiken salaris bedraagt het salarismaximum van de lagere schaal vermeerderd met 10%. Periodieken worden toegekend op basis van de nieuwe lagere schaal. Na het bereiken van het hoogste IP-nummer in de nieuwe lagere schaal, volgt de werknemer de periodieke verhogingen conform de hogere schaal tot het maximum van 110% van de lagere schaal is bereikt.
  4. Verdient de werknemer op het moment van de herindeling meer dat het in lid 3 bepaalde salarismaximum, dan wordt het salaris bevroren op het dan geldende IP-nummer.
  5. Het uiteindelijk te bereiken of bevroren salaris wordt aangepast met de algemene loonaanpassingen van deze cao.
  6. De uitkomst van een herindelingsprocedure werkt terug tot het moment waarop in de herindelingsprocedure tussen werkgever en werknemer overeenstemming bestaat over de functiebeschrijving.
  7. Een herindeling in een hogere functiegroep is geen bevordering in de zin van artikel 7.1.9.

(Bijlage C)

Nabetaling

artikel 7.1.6
  1. De werknemer, van wie de functiebeschrijving is vastgesteld, die de instelling heeft verlaten voordat de (her)indelingsprocedure voor zijn functie is afgerond, heeft recht op een nabetaling over de periode van vaststelling van de functiebeschrijving tot einde dienstverband.
  2. De nabetaling bestaat uit het verschil tussen zijn oorspronkelijke salaris en het salaris dat hij zou hebben ontvangen na (her)indeling. Onder salaris in de zin van dit artikel wordt tevens verstaan alle toeslagen die zijn afgeleid van het brutomaandsalaris.
  3. Indien werkgever en werknemer in geval van beëindiging van het dienstverband door middel van een beëindigingsovereenkomst overeenkomen dat er sprake is van “finale kwijting” moet beide partijen duidelijk zijn dat hierbij afstand wordt gedaan van nabetalingsrechten.

Periodieke verhogingen

artikel 7.1.7
  1. Tenzij hierover in de arbeidsovereenkomst anders is bepaald, wordt éénmaal per jaar een salarisverhoging binnen de salarisschaal toegekend. Periodiekdatum is, met uitzondering van het bepaalde in lid 2, 3 en 4 de datum van indiensttreding.
  2. Bij indiensttreding in de loop van de kalendermaand geldt als periodiekdatum de eerste van de maand volgend op de maand van indiensttreding. Cao Ziekenhuizen 2023-2025 / 47
  3. Iedere periodiekdatum wijzigt ten gevolge van een bevordering en na diplomering van een eerste zorgopleiding:
    • bij bevordering wordt de bevorderingsdatum de nieuwe periodiekdatum;
    • bij diplomering wordt de periodiekdatum de eerste van de maand na diplomering.
  4. Indien de toepassing van een systeem van personeelsbeoordeling dat gebaseerd is op de uitgangspunten zoals opgenomen in het Statuut Sociaal Beleid (Bijlage A van Cao Ziekenhuizen 1999-2001) daartoe aanleiding geeft, kan de werkgever besluiten in enig jaar géén dan wel op meerdere momenten in dat jaar een salarisverhoging toe te kennen.

Gratificatie en toeslagen

artikel 7.1.8
  1. De werkgever kan een gratificatie of (tijdelijke) toeslag toekennen, bijvoorbeeld op basis van functioneren of de arbeidsmarktsituatie.
  2. De gratificatie en tijdelijke toeslagen hebben geen structureel karakter en worden niet tot het pensioengevend salaris gerekend.

Bevordering

artikel 7.1.9
  1. Bij bevordering naar een functie die is ingedeeld in een hogere functiegroep wordt het nieuwe salaris gebaseerd op de salarisschaal behorende bij de hogere functiegroep. Het oude salaris wordt hiertoe met twee periodieken verhoogd, waarna inpassing in de hogere schaal plaatsvindt.
  2. Indien toekenning van twee periodieken niet mogelijk is in verband met het bereiken van het schaalmaximum, wordt de schaal verlengd met de benodigde inpassingstabelnummers, waarna inpassing in de hogere schaal plaatsvindt.
  3. Het nieuwe salaris mag niet meer bedragen dan het maximum van de bij de hogere functie behorende schaal.
  4. De werkgever kan in overleg met de ondernemingsraad een afwijkende regeling treffen.

Waarneming

artikel 7.1.10
  1. De werknemer die, op verzoek van de werkgever, de functie van een werknemer die in een hogere functiegroep is ingedeeld, geheel of nagenoeg geheel waarneemt, ontvangt hiervoor een vergoeding.
  2. Indien voor tenminste de helft van de dagelijkse arbeidsduur wordt waargenomen, wordt ten aanzien van de vergoeding, het naar rato-beginsel toegepast.
  3. De hoogte van de waarnemingsvergoeding is gelijk aan het verschil tussen het huidige salaris en het aanvangssalaris van de hoger ingedeelde functie, met een minimum van twee periodieken.
  4. Indien toekenning van twee periodieken niet mogelijk is in verband met het bereiken van het schaalmaximum wordt de schaal verlengd met de benodigde inpassingstabelnummers.
  5. Het salaris inclusief de vergoeding kan niet meer bedragen dan het maximum van de schaal van de functie die wordt waargenomen.
  6. Waarnemingen in verband met vakantie of korter dan één maand komen niet voor vergoeding in aanmerking.
  7. De werkgever kan in overleg met de ondernemingsraad een afwijkende regeling treffen.
  8. De waarnemingstoeslag heeft geen structureel karakter en wordt niet tot het pensioengevend salaris gerekend.

Dienstjaren gratificatie

artikel 7.1.11
  1. De werknemer die onafgebroken in dienst van de werkgever is geweest, heeft recht op een éénmalige gratificatie van:
    • een kwart van het salaris bij een dienstverband van 12,5 jaar
    • de helft van het salaris bij een dienstverband van 25 jaar
    • een volledig salaris bij een dienstverband van 40 jaar
  2. Indien de contractuele arbeidsduur in de relevante dienstjaren (een) wijziging(en) heeft ondergaan, wordt het salaris naar evenredigheid verhoogd of verlaagd.

Gratificatie einde dienstverband

artikel 7.1.12
  1. Op het moment dat de arbeidsovereenkomst eindigt ten gevolge van het bereiken van de ouderdomspensioengerechtigde leeftijd, dan wel de werknemer gebruik maakt van vervroegd pensioen, heeft hij recht op een gratificatie ter hoogte van de helft van het salaris.
  2. Indien de werknemer gebruik maakt van het FLEX-pensioen/deeltijdpensioen en gedeeltelijk in dienst blijft, wordt de gratificatie toegekend aan het einde van de arbeidsovereenkomst. De hoogte van de gratificatie wordt gebaseerd op de arbeidsduur en het ip-nummer op de dag voorafgaand aan het gebruik van het FLEX-pensioen/deeltijdpensioen.
  3. De werknemer die gebruik maakt van de Regeling Zware Beroepen, zoals in bijlage D, heeft geen recht op de gratificatie einde dienstverband.

Werknemers die een opleiding volgen

artikel 7.2

Inservice- en BBL-opleidingen

artikel 7.2.1
  1. De in artikel 7.2.2 en 7.2.3 opgenomen bepalingen zijn van toepassing op de inservice- en BBL-opleidingen.
  2. Beide opleidingen bestaan uit een beroepsvoorbereidende periode (bvp) en een daarop volgend aantal praktijkleerjaren.

Beroepsvoorbereidende periode

artikel 7.2.2
  1. Gedurende de bvp wordt met de leerling een leerovereenkomst aangegaan. Deze periode maakt geen deel uit van het eerste praktijkleerjaar.
  2. De leerling heeft gedurende de bvp recht op een vergoeding per maand zoals vermeld in tabel 5 van dit hoofdstuk.
  3. Deze vergoeding bedraagt 97% van het voor de leerling geldende bruto minimum (jeugd) loon.
  4. De les-/collegegelden komen voor rekening van de werkgever. Leermiddelen worden in bruikleen verstrekt.
  5. De bvp behorend bij de inservice-opleidingen kan niet langer duren dan zes maanden.

Praktijkleerjaren

artikel 7.2.3
  1. Na afronding van de bvp wordt de leerling toegelaten tot het eerste praktijkleerjaar. Gedurende de praktijkleerjaren wordt met de leerling-werknemer een leer-/ arbeidsovereenkomst aangegaan.
  2. In een lesperiode kunnen maximaal gemiddeld zeven lesuren per dag voorkomen.
  3. Gedurende de praktijkleerjaren ontvangt de leerling, BBL-niveau 1 en 2, het in tabel 1 van dit hoofdstuk vermelde salaris of, indien dit hoger ligt, het minimum(jeugd)loon. De leerling BBL-niveau 3 ontvangt het in tabel 2 van dit hoofdstuk vermelde salaris, voor zover het minimum(jeugd)loon niet hoger ligt. De leerling BBL-niveau 4 ontvangt het in tabel 3 van dit hoofdstuk vermelde salaris, voor zover het minimum(jeugd)loon niet hoger ligt.
  4. De leerling ontvangt jaarlijks een periodieke verhoging, te rekenen vanaf het einde van de bvp.
  5. De salarissen genoemd in lid 3 worden verhoogd conform cao-salarisstijgingen.
  6. De les-/collegegelden komen voor rekening van de werkgever.

HBO-duale opleidingen

artikel 7.2.4
  1. Een HBO-duale opleiding bestaat uit een eerste leerjaar (basisjaar) en een aantal praktijkleerjaren.
  2. Wanneer een leerling tijdens het basisjaar stage loopt, ontvangt hij een stagevergoeding als aan de vereisten van artikel 7.2.9 wordt voldaan.
  3. Met de leerling die de HBO-duale opleiding volgt, wordt na het eerste leerjaar een leer-/ arbeidsovereenkomst aangegaan.
  4. Gedurende de praktijkleerjaren ontvangt de leerling het in tabel 3 van dit hoofdstuk vermelde salaris, voor zover het minimum(jeugd)loon niet hoger ligt. 
  5. Indien het tweede leerjaar voornamelijk uit theorie bestaat, is het mogelijk dat de leerling over een periode korter dan twaalf maanden het eerste praktijkleerjaarsalaris ontvangt.
  6. De leerling ontvangt jaarlijks een periodieke verhoging te rekenen vanaf de datum van indiensttreding.
  7. De salarissen genoemd in lid 4 worden verhoogd conform cao-salarisstijgingen

HBO-V-duale opleiding

artikel 7.2.5
  1. De leerling die de HBO-V-duale opleiding volgt ontvangt tijdens de eerste twee praktijkleerjaren salaris op basis van artikel 7.2.4 lid 4 en 7.
  2. Tijdens het derde praktijkleerjaar ontvangt de leerling gedurende negen maanden het bedrag behorend bij het derde praktijkleerjaar. Over de resterende maanden ontvangt de leerling het bedrag behorend bij het vierde praktijkleerjaar.

Tweede opleidingen in de zorg en vervolgopleidingen

artikel 7.2.6
  1. De werkgever stelt in overleg met de ondernemingsraad een beloningsbeleid vast voor de leerling-werknemer die reeds in het bezit is van een diploma uit de zorg en voor de leerling-werknemer die een vervolgopleiding volgt. Uitgangspunt hierbij is dat de leerling- werknemer er niet in inkomen op achteruit gaat.
  2. Bij het ontbreken van instellingsbeleid behoudt de leerling het ip-nummer en doorloopt de schaal waarin hij voor aanvang van de opleiding was ingedeeld tot het diploma van de opleiding is behaald.

De aspirant-leerling

artikel 7.2.7

Gedurende een arbeidsovereenkomst die voorafgaat aan een opleiding zoals bedoeld in deze paragraaf, ontvangt de werknemer het salaris behorend bij het eerste leerjaar van de betreffende opleiding.

Overige opleidingen

artikel 7.2.8
  1. Voor opleidingen, waarvoor de leerling praktisch werkzaam moet zijn en de werkgever niet eindverantwoordelijk is, zijn de artikelen in paragraaf 7.1 van dit hoofdstuk van toepassing op de vaststelling van het salaris.
  2. Voor de vaststelling van het salaris worden de uren in aanmerking genomen, waarop daadwerkelijk arbeid wordt verricht.
  3. Werkgever en werknemer kunnen overeenkomen dat lesuren geheel of gedeeltelijk als werktijd worden aangemerkt

Stage

artikel 7.2.9
  1. De werkgever spant zich in om voldoende stageplaatsen te realiseren voor leerlingen om te kunnen voldoen aan de eigen vervangingsvraag van de instelling.
  2. De werkgever draagt zorg voor een goede stagebegeleiding.
  3. De leerling voor wie in de opleiding een stage als verplicht onderdeel van de studie is opgenomen, heeft recht op een stagevergoeding. Voorwaarde is dat de stage tenminste 144 uur per studiejaar bedraagt.
  4. De stagevergoeding wordt niet verleend indien een BBL-leerling als werknemer een dienstbetrekking heeft, die recht geeft op loondoorbetaling gedurende de stageperiode.
  5. Onder leerlingen in de zin van dit artikel worden verstaan MBO- en HBOleerlingen.
  6. De hoogte van de stagevergoeding bedraagt bij een voltijdstage € 400 per maand (1 januari 2020). Voor een deeltijdstagiair wordt het naar rato-beginsel toegepast. De stagevergoeding wordt vanaf 1 januari 2021 jaarlijks geïndexeerd met de geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP).
  7. De stagevergoeding is inclusief de gemaakte kosten van de stagiair, met uitzondering van de vergoeding als bedoeld in artikel 11.1.1 lid 5.
  8. De kosten voor noodzakelijke inentingen worden door de overheid of de werkgever vergoed.

Onkostenvergoeding co-assistenten, technisch geneeskundigen/ klinisch technologen tot 1 juli 2023

artikel 7.2.10a

Co-assistenten kunnen onkosten declareren tot een maximum van € 100 per maand. Met ingang van 1 juli 2022 kunnen technisch geneeskundigen/klinisch technologen gedurende een stageperiode onkosten declareren tot een maximum van € 100 per maand.

Onkostenvergoeding co-assistenten en overige WO-stagiaires met ingang van 1 juli 2023

artikel 7.2.10b

Co-assistenten en overige WO-stagiaires kunnen onkosten declareren tot een maximum van € 150,- per maand.

Opleidingen tot medisch specialist, ziekenhuisapotheker, klinisch chemicus, klinisch fysicus, verpleeghuisarts of gezondheidszorgpsycholoog-BIG

artikel 7.3

Arts in opleiding tot specialist (aios), ziekenhuisapotheker in opleiding, klinisch chemicus in opleiding of klinisch fysicus in opleiding

artikel 7.3.1
  1. De werknemer die de opleiding tot specialist (aios), ziekenhuisapotheker, klinisch chemicus of klinisch fysicus volgt ontvangt gedurende de opleiding het in de salarisschaal in tabel 4 van dit hoofdstuk vermelde salaris.
  2. Basisartsen in opleiding tot spoedeisendehulparts worden overeenkomstig het in dit artikel bepaalde gehonoreerd.
  3. Bij de inschaling van de werknemer genoemd in lid 1 wordt rekening gehouden met relevante ervaring. Per relevant ervaringsjaar wordt het eerste schaalbedrag met een periodiek verhoogd. Voor het meetellen van een ervaringsjaar moet twaalf maanden relevante ervaring zijn opgedaan.
  4. Bij de inschaling van de aios wordt relevante onderzoekservaring in geneeskundig wetenschappelijk onderzoek voor het artsexamen meegenomen als ervaring die meetelt.
  5. Ervaring die volledig meetelt voor de inschaling van de arts in opleiding tot medisch specialist:
    • werkzaam als arts-assistent in een vergelijkbare (ziekenhuis)functie;
    • werkzaam als basisarts in de patiëntenzorg in een vergelijkbare (ziekenhuis) functie;
    • werkzaam als arts-onderzoeker in een geneeskundig wetenschappelijk onderzoek;
    • werkzaam als arts-projectmedewerker voor een geneeskundig project in een ziekenhuis;
    • werkzaam als basisarts in onderwijs of onderzoek in een ziekenhuis;
    • werkzaam als PhD student of onderzoeker in opleiding in een geneeskundig wetenschappelijk onderzoek.
  6. De relevante werkervaring na het behalen van de masteropleiding telt volledig mee voor de inschaling van de werknemer die een opleiding volgt tot ziekenhuisapotheker, klinisch chemicus of klinisch fysicus.
  7. De relevante werkervaring wordt na het behalen van de masteropleiding meegeteld bij de inschaling van basispsychologen in opleiding tot GZpsycholoog, klinisch psycholoog of klinisch neuropsycholoog.
  8. Als op de datum van indiensttreding het vereiste aantal maanden voor een ervaringsjaar niet is voltooid, wordt de periodiekdatum zodanig vastgesteld, dat bij goed functioneren de eerstvolgende periodiek wordt toegekend op het moment dat het ervaringsjaar voltooid is.
  9. De werknemer ontvangt jaarlijks een periodieke verhoging.
  10. Indien het overeengekomen salaris van een arts voorafgaand aan de opleiding tot medisch specialist meer bedraagt dan het salarisbedrag voortvloeiend uit de leden 1 t/m 6 van dit artikel, dan behoudt hij dat overeengekomen salaris tot het moment waarop de periodieke salarisverhoging conform lid 8 tot een hoger salaris leidt.

Opleiding tot verpleeghuisarts of gezondheidszorgpsycholoog-BIG

artikel 7.3.2
  1. Voor de werknemer die de opleiding tot verpleeghuisarts of gezondheidszorgpsycholoog volgt, geldt ten minste de laagst voorkomende salarisschaal voor de artsen- of psychologenfunctie binnen de instelling.
  2. Voor de salarisvaststelling worden de uren in aanmerking genomen waarop daadwerkelijk arbeid wordt verricht.
  3. De werkgever vraagt geen eigen bijdrage van de werknemer in de opleidingskosten in het huidige stelsel voor de (verplichte) vervolgopleidingen van de basispsycholoog tot GZ- psycholoog, klinisch psycholoog of klinisch neuropsycholoog.
  4. In overleg tussen werkgever en werknemer kan worden overeengekomen dat de lesuren geheel of gedeeltelijk als werktijd worden aangemerkt.

Eindejaarsuitkering

artikel 7.4

Eindejaarsuitkering

artikel 7.4.1
  1. De eindejaarsuitkering wordt uitbetaald in de maand december en bedraagt 8,33% van het, in het betreffende kalenderjaar verdiende salaris.
  2. Indien de werknemer uit dienst treedt voor de uitkeringsdatum, wordt de eindejaarsuitkering uitbetaald bij einde dienstverband en berekend over het verdiende salaris in het afgelopen kalenderjaar tot de uitdiensttredingsdatum.

Vakantiebijslag

artikel 7.5

Vakantiebijslag

artikel 7.5.1
  1. De vakantiebijslag bedraagt 8,33 % van het verdiende jaarsalaris. Voor de toepassing hiervan wordt verstaan onder het verdiende jaarsalaris, het salaris dat is verdiend in de maanden juni van het voorgaande jaar tot en met mei van het uitkeringsjaar. De vakantiebijslag wordt uitbetaald in de maand mei.
  2. Indien de werknemer uit dienst treedt voor de uitkeringsdatum, wordt de vakantiebijslag uitbetaald bij einde dienstverband en berekend over de maanden juni tot de uitdiensttredingsdatum.
  3. De werkgever kan in overleg met de ondernemingsraad een afwijkende regeling treffen voor de werknemer die heeft aangegeven zijn vakantiebijslag maandelijks te willen ontvangen. De uitkering bedraagt dan 8,33% van het geldende salaris.

Salaristabellen

Salarisschalen per functiegroep en inpassingstabel: Zie Bijlage K

 

Tabel 1 Leerlingschalen voor opleidingen op kwalificatieniveau 1 of 2

Tabel 1 Leerlingschalen voor opleidingen op kwalificatieniveau 1 of 2

 

Tabel 2 Leerlingschalen voor opleidingen op kwalificatieniveau 3

Tabel 2 Leerlingschalen voor opleidingen op kwalificatieniveau 3

 

Tabel 3 Leerlingschalen voor opleidingen op kwalificatieniveau 4 en 6 (HBOduaal)

abel 3 Leerlingschalen voor opleidingen op kwalificatieniveau 4 en 6 (HBOduaal)

 

Tabel 4 Salaristabel voor medisch specialist, ziekenhuisapotheker, klinisch chemicus, klinisch fysicus in opleiding 2021-2023

Tabel 4 Salaristabel voor medisch specialist, ziekenhuisapotheker, klinisch  chemicus, klinisch fysicus in opleiding 2021-2023

Let op: Deze salarisbedragen zijn gebaseerd op 36 uur per week. Voor een dienstverband van 38 uur geldt dat de bedragen moeten worden aangepast met de factor 38/36.

Tabel 5 Vergoeding beroepsvoorbereidende periode per 01-07-2023

Tabel 5 Vergoeding beroepsvoorbereidende periode per 01-07-2023

 

Vragen?
Neem contact op met HR

Vragen?

Neem contact op met een HR-adviseur in je organisatie.

Of bekijk de Cao Ziekenhuizen