Regeling generatiebeleid

artikel 13.1
  1. In tegenstelling tot de onverplichte regeling die gold voor 1 juli 2022, heeft deze regeling directe werking en wordt deze regeling niet met de ondernemingsraad afgesproken. Afwijken van deze regeling is dan ook niet toegestaan. Bestaande afspraken die met werknemers gemaakt zijn blijven gerespecteerd.
  2. Werkgever en werknemer kunnen met deze regeling afspraken maken om de arbeidsduur aan te passen aan de wensen en behoeften van zowel werknemer als de instelling. Daarbij wordt de arbeidsduur van de medewerker via vrijstelling van uren verminderd en blijft de werknemer over 50% van deze urenvermindering salaris ontvangen.
  3. Werkgever biedt in ieder geval de variant 80%-90%-100% aan. In deze variant wordt de arbeidsduur met 20% teruggebracht en ontvangt de werknemer een financiële tegemoetkoming van 10% bruto. Alle sociale premies worden op basis van 90% berekend en afgedragen.
  4. Indien werkgever en werknemer dat samen overeenkomen mag de aanpassing van de arbeidsduur ook een hoger percentage omvatten, bijvoorbeeld:
    • Variant 60%-80%-100%: In deze variant wordt de arbeidsduur teruggebracht van 100% naar 60% en ontvangt de werknemer een financiële tegemoetkoming van 20% bruto. Alle sociale premies worden op basis van 80% berekend en afgedragen.
    • Variant 50%-75%-100%: In deze variant wordt de arbeidsduur teruggebracht van 100% naar 50% en ontvangt de werknemer een financiële tegemoetkoming van 25% bruto. Alle sociale premies worden op basis van 75% berekend en afgedragen.
  5. Instroom in de Regeling generatiebeleid is alleen mogelijk vanaf 5 jaar voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Instroom is bovendien alleen mogelijk voor werknemers die voorafgaand aan de deelname minimaal 8 jaar aansluitend in dienst zijn geweest bij een werkgever, zoals gedefinieerd in artikel 1.1.1. onder sub a onderdeel 1 van de Cao Ziekenhuizen.
  6. Gebruik maken van een Regeling generatiebeleid houdt in dat de werknemer een vrijstelling krijgt van een deel van het aantal overeengekomen uren conform de huidige arbeidsovereenkomst. Hierbij dient ten minste 50% van een voltijd dienstverband te worden gewerkt. De werknemer en werkgever stellen samen vast wat de optimale ondergrens voor de werkbelasting en de functie van deze medewerker is.
  7. De werknemer blijft over ten minste 50% van de urenvermindering salaris ontvangen. Door het terugbrengen van de arbeidsduur worden alle arbeidsvoorwaarden ‘in tijd’ in de cao eveneens teruggebracht naar het gekozen niveau. 7. Hoofdregel is dat tijdens de deelname aan een Regeling generatiebeleid, de pensioenopbouw op 100% van het oorspronkelijke contractomvang wordt voortgezet. De werknemer mag ook kiezen voor een lagere pensioenopbouw op het niveau waarop waarop hij wordt uitbetaald. De pensioenpremieverdeling tussen werkgever en werknemer blijft 50%-50%.
  8. De regeling geldt ook voor parttimers. Er geldt een ondergrens van minimaal gemiddeld 18 uur per week.
  9. Alvorens gebruik te kunnen maken van de Regeling generatiebeleid dient de werknemer alle PLB-uren die de werknemer heeft opgebouwd tot aan het jaar van deelname aan de regeling op te maken. Gedurende de periode dat de werknemer gebruik maakt van de Regeling generatiebeleid ontvangt hij jaarlijks PLB-uren op basis van artikel 12.2.1. De Overgangsregeling PLB en indien van toepassing de bovenwettelijke vakantie-uren, komen voor de werknemer die deelneemt aan de Regeling generatiebeleid, te vervallen.
  10. De uren die door toepassing van de Regeling generatiebeleid binnen de organisatie vrijkomen, worden herbezet. Dit kan zowel door het verhogen van bestaande arbeidsovereenkomsten, als het aanbieden van vaste contracten aan tijdelijke werknemers, als door het aantrekken van nieuwe werknemers. Die herbezetting is geen reden om de toekenning aan de werknemer aan de regeling te weigeren.
  11. De werknemer die voldoet aan de criteria van lid 4 van deze regeling kan schriftelijk een verzoek indienen voor deelname aan het generatiebeleid bij de werkgever, met vermelding van de gewenste ingangsdatum. Werkgever bespreekt dit verzoek van werknemer uiterlijk binnen één kalendermaand na ontvangst van het verzoek. In het gesprek bespreken werknemer en werkgever de consequenties van deelname aan het generatiebeleid daarbij komen de volgende onderwerpen in ieder geval aan de orde: financiële gevolgen, voortzetting pensioenopbouw, PLB, takenpakket en individuele looptijd van de regeling. Werkgever en werknemer leggen de afspraken schriftelijk vast en de werkgever voegt deze toe aan het personeelsdossier.