Algemeen

artikel 4.1

1.    De medisch specialist zorgt, in overleg met de organisatorische eenheid, jaarlijks voor een zodanige planning van vakantieverlof en, voor zover mogelijk de planning van  overige (buitengewone) verlofdagen en bij- en nascholingsdagen, dat de continuïteit van de patiëntenzorg zoveel mogelijk is gewaarborgd. De organisatorische eenheid meldt de planning tijdig aan het bestuur.   

2.    Het bestuur kan aan de medisch specialist betaald of onbetaald verlof verlenen. De over een periode van onbetaald verlof betaalde werkgevers- en werknemerspremies kunnen op de medisch specialist worden verhaald.  

3.    Voor zover in dit hoofdstuk niet afwijkend of aanvullend is bepaald, is de Wet arbeid en zorg van toepassing. Voor kortdurend zorgverlof, calamiteitenverlof en ouderschapsverlof zijn de wettelijke bepalingen van toepassing. 

Vakantie

artikel 4.2

1.    De medisch specialist heeft jaarlijks recht op 30 vakantiedagen. Voor een voltijds arbeidsduur komt dit overeen met 270 uur.   

2.    Voor de medisch specialist met een deeltijd dienstverband wordt het naar rato beginsel toegepast.  

3.    Op grond van artikel 7:640 lid 2 BW kan, op verzoek van de medisch specialist, het opgebouwde vakantieverlof worden uitbetaald voor zover de aanspraak het wettelijk minimum van 4 keer de arbeidsduur per week overschrijdt. 

Feest- en gedenkdagen

artikel 4.3

1.    Op feest- en gedenkdagen, niet vallend op zaterdag en zondag, heeft de medisch specialist aanspraak op een vrije dag met behoud van inkomen, voor zover de medisch specialist volgens zijn normale arbeidspatroon werkzaam zou zijn op die dag.   

2.    Indien het bedrijfs- of dienstbelang het noodzakelijk maakt dat de medisch specialist op een feest- of gedenkdag, niet vallend op een zaterdag of zondag, arbeid verricht, wordt voor het gewerkte aantal uren op deze dag compensatie verleend in de vorm van een gelijk aantal uren doorbetaalde vrije tijd.  

3.    De te verrichten werkzaamheden tijdens avond- nacht- en weekenddiensten tijdens feest- en gedenkdagen komen niet voor compensatie op grond van dit artikel in aanmerking. Hiervoor gelden de inconveniëntentoeslagen als bedoeld in artikel 3.3.2.   

Verlof werkzaamheden verenigingen

artikel 4.4

1.    De medisch specialist die:

  • bestuurslid is van de wetenschappelijke vereniging voor zijn specialisme;
  • bestuurslid is van de FMS of LAD;
  • optreedt als getuigedeskundige/arbiter,

heeft jaarlijks recht op betaald verlof voor het tijdens werktijd bijwonen van (bestuurs)vergaderingen en daarmee samenhangende activiteiten of het optreden als getuigedeskundige/arbiter.  

2.    Dit verlof bedraagt de noodzakelijk aan de activiteit verbonden tijd maar niet meer dan de voor hem geldende arbeidsduur per week. 

Bij- en nascholingsverlof

artikel 4.5

1.    De medisch specialist heeft jaarlijks recht op 10 dagen bij- en nascholingsverlof. Voor een voltijd arbeidsduur komt dit overeen met 90 uur.   

2.    Voor de medisch specialist met een deeltijd dienstverband wordt het naar rato beginsel toegepast.  

3.    In verband met een mogelijke overloop als gevolg van het individuele accreditatie- of bij- en nascholingspatroon kan een eventueel restant worden gereserveerd om in een volgend jaar de mogelijkheid te hebben hieraan een betere invulling te geven. Een en ander met in achtneming van de afspraken met de medische staf en/of de organisatorische eenheid.  

Zorgverlof

artikel 4.6

1.    De medisch specialist heeft, in aanvulling op de Wet arbeid en zorg, aanspraak op zorgverlof met behoud van het inkomen, bij zeer ernstige ziekte van de echtgeno(o)t(e), de geregistreerde partner, de persoon met wie de medisch specialist ongehuwd samenwoont, een inwonend (pleeg)kind of een inwonende ouder, waarvoor thuisverpleging en/of -verzorging noodzakelijk is en de medisch specialist de verzorging op zich neemt.  

2.    De duur van dit zorgverlof bedraagt maximaal een aaneengesloten periode van 12 weken, met inbegrip van het wettelijk kortdurend zorgverlof.   

3.    Het opnemen van dit zorgverlof door de medisch specialist vindt plaats in afstemming met de organisatorische eenheid. Een zwaarwegend bedrijfsbelang kan reden zijn voor de weigering van dit verlof. 

Zwangerschaps- en bevallingsverlof, adoptie- of pleegverlof en aanvullend verlof

artikel 4.7

1.    De medisch specialist heeft gedurende de periode van zwangerschap- en bevallingsverlof recht op een uitkering van het UWV met een aanvulling van het ziekenhuis tot het voor haar geldende inkomen. De ingangsdatum van het zwangerschapsverlof wordt zo spoedig mogelijk aan het bestuur en de organisatorische eenheid gemeld.  

2.    Na de derde maand van de zwangerschap heeft de medisch specialist het recht om gedurende de zwangerschap geen bereikbaarheidsdienst, avond-, nacht- en/of weekenddienst te verrichten. 
 
3.    De medisch specialist heeft recht op adoptieverlof en pleegzorgverlof, met behoud van het inkomen, onder vermindering van eventuele uitkeringen voortvloeiend uit de Wet arbeid en zorg.  

4.    Het bestuur verleent de medisch specialist op verzoek onbetaald verlof ter aanvulling op het bevallingsverlof of adoptie- of pleegzorgverlof, gedurende een periode van maximaal vier weken.  Het verzoek wordt binnen drie maanden voor de vermoedelijke datum van de bevalling, adoptie of de aanvang van de pleegzorg, bij het bestuur ingediend.   

5.    Het opnemen van onbetaald aanvullend bevallingsverlof of adoptie- of pleegzorgverlof vindt plaats in afstemming met de organisatorische eenheid.  

6.    Indien bij (aanvullend) bevallingsverlof of adoptie- of pleegzorgverlof de medisch specialist de pensioenverzekering vrijwillig voortzet betaalt het ziekenhuis de werkgeverspremies of –bijdragen op basis van het gekozen niveau van de voortzetting, tenzij het dienstverband aansluitend op het verlof eindigt.   

Vragen?
Neem contact op met HR

Vragen?

Neem contact op met een HR-adviseur in je organisatie.

Of bekijk de Cao Ziekenhuizen